NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN BIBLIOFIELEN .

UITGELICHT

De rubriek UITGELICHT geeft ruimte aan leden van het genootschap om hun bijzondere verzameling of delen daaruit nader toe te lichten. Regelmatig wisselt de inhoud van deze rubriek. De derde presentatie in deze rubriek is van Ernst van den Boogaart.

Ernst van den Boogaart (Delft, 1943) is historicus. Hij werkte in 1978-9 voor museum Het Mauritshuis in Den Haag als curator van een tentoonstelling over Johan Maurits de Braziliaan. Voor de Menil Foundation (Parijs) deed hij onderzoek naar het beeld van de Zwarte in de Westerse kunst. Hij hielp mee als academisch adviseur aan een uitgave van het Itinerario van Jan Huygen van Linschoten voor de Engelse bibliofiele vereniging de Roxburghe Club. In Nederlandse en buitenlandse tijdschriften schreef hij over slavenhandel en slavernij in Nederlands Brazilië en Suriname en andere onderwerpen uit de Europese expansie. Bij gelegenheid trad hij op voor televisie en radio.
In 2019 publiceerde hij Vreemde Verwanten. De wereld buiten Europa, 1400-1600. In 2021 verscheen Het land van de suikermolen. Johan Maurits’ Brazilië; in 2022 De Wimper van de wereld. Vroege ontdekkingen van het Verre Oosten en in 2024 De Poorten van de Indiën. De collectie De Bry 1590-1623.

 De tweede presentatie in deze rubriek is van Frits Booy, verzamelaar en groot kenner van het kinderboek.

Frits Booy – kinder en jeugdliteratuur
Uit Wikipedia: Frederik Jacobus (Frits) Booy (Alphen aan den Rijn, 17 december 1942) is een Nederlands schrijver, sinterklaaskenner[1][2] en publicist uit Baarn. Booy groeide op in Boskoop en volgde een mo-b-lerarenopleiding te Den Haag. Hij was 35 jaar leraar Nederlands, waarvan ruim dertig jaar (1970-2001) aan Het Baarnsch Lyceum in Baarn. Na zijn vervroegd pensioen bleef hij als archivaris aan het Lyceum verbonden. Van 2000 tot 2010 was Booy bestuursvoorzitter van de Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur. Hij is ook betrokken bij het Nederlands Genootschap van Bibliofielen. Booy publiceert artikelen over negentiende-eeuwse kinderboeken, waaronder Waardering en gebruik van negentiende-eeuwse kinderboeken (online op de DBNL), en er verschenen artikelen van zijn hand in de tijdschriften Boekenpost, SchoolAnno en de jaarboeken van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen. Hij geeft lezingen over de geschiedenis van de Nederlandse kinder- en jeugdliteratuur. Hij schrijft bij gelegenheid ook artikelen over de Nederlandse literatuur(o.a. Bredero, Wolff en Deken) en publiceert regelmatig in De Boekenwereld.

In 2010 kreeg Booy de Hieronymus van Alphen Prijs uit handen van Jant van der Weg. De prijs wordt toegekend aan personen die zich inzetten voor bevordering en verbreding van de kennis over kinder- en jeugdliteratuur.

De wereld in haar zondagspak (1834)

In mijn collectie kinderboeken bevindt zich een interessant boekje: De wereld in haar zondagspak (Amsterdam, H. Frijlink, 1834), dat de jeugd enige wereldoriëntatie biedt. De auteur is mr. Chr. P. E. Robidé van der Aa (1791-1851), jurist, schrijver (o.a. van kinderboeken) en dichter.
Het boekje bevat zestien ingekleurde gravures met berijmde onderschriften over ‘Bergschotten, Nederlandsche landlieden, Spanjaarden, Hongaren, Turken, Bengalezen, Perzianen, Japannezen, Donsche kozakken, Egyptenaren, Negers, Otaheiters [inwoners van Tahiti], Noord-Amerikaansche indianen, Zuid-Amerikaansche indianen, Esquimaux en Laplanders’.
Het boekje is een bewerking van de anonieme uitgave The costume, manners and peculiarities, of different inhabitants of the globe, calculated to instruct and amuse the little folks of all countries (London, John Harris, 1821). De Engelsen, Duitsers, Fransen en Italianen ontbreken erin. In het ‘Naschrift’ wordt uitgelegd, waarom de Fransen ontbreken:

Want zij [de Fransen] wisslen onophoudlijk, zoo van zeden als gewaad.
Had ik thans hen afgeteekend, ligtlijk zou, naar allen schijn,
Eer het prentje gegraveerd was, weêr de smaak veranderd zijn.

De beschrijvingen zijn stereotiep: de Schot draagt een rokje, de Spanjaard is een opschepper, de Japanners drinken thee, de Nederlanders zijn eenvoudige lieden enz.
Dat maakt ons nieuwsgierig naar de Engelse versie over de Nederlanders! Daar vinden we een afbeelding van een vrouw met een enorme hoed en een man die een pijpje rookt. De hoed wordt spottend vergeleken met een grote theetafel en de rokende man met een schoorsteen. De Nederlandse prent en tekst zijn dus aangepast.

Wat betreft de situatie van de negers is de auteur zeer kritisch:
Met wat de jagt hem schenkt en de aard hem geeft tevreden,
Leeft [sic] in der palmen schaâuw [schaduw] de Neger en zijn gâ;
Hij vreest de tijgers niet van ’t zandig Afrika,
Maar wel de Christnen, die hem ijzren kluisters smeden.
Wie weet, hoe ras die man, van vrouw en kind gescheurd,
In vreemde wereldstreek in slavenboeijen treurt!
De Engelse auteur heeft geen kritiek op de slavernij, die was in 1833 in Engeland afgeschaft.
De volkeren worden in hun beste kleding (zondagspak) afgebeeld. In de Nederlandse versie ontbreken bepaalde gegevens zoals de mededeling dat de Spanjaard geen humor heeft en de Pers zijn vrouw overheerst. In beide uitgaven is er kritiek op de gesluierde Turkse vrouw. En de Chinezen zijn in de Nederlandse versie Japanners geworden! Beide auteurs benadrukken het heil van het christelijke geloof en uiten zich soms nationalistisch.

Frits Booy

.

.

Frederik Schreuder-almanakken

De eerste presentatie in deze rubriek (april 2023) was van Frederik Schreuder. Hij was dertig jaar werkzaam als huisarts. Hij verzamelt en bestudeert sinds veertig jaar almanakken en kalenders uit de hele wereld met speciale aandacht voor tijdrekenkunde en de geschiedenis van de astronomie.

Ruim veertig jaar heb ik almanakken verzameld, niet alleen afkomstig uit Nederland, maar ook uit andere landen in Europa, Azië, Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Australië.
Mijn fascinatie om almanakken te verzamelen ontstond tijdens mijn studententijd in Amsterdam in de Oudemanhuispoort.
Hier kocht ik in 1974 mijn eerste almanak met de veelzeggende titel Vergeet mij niet: muzen-almanak voor 1857.
Ik betrad voor het eerst de wereld van het oude boek en raakte steeds meer geïnteresseerd in de geschiedenis van almanakken, tijdrekenkunde en astronomie.
Almanakken waren voor mij ideale hulpmiddelen om het verleden te bestuderen en beter te begrijpen.
Door het in handen houden van oude boeken maakte ik contact met het verleden.
In maart 2023 is mijn boek Een wereld vol almanakken verschenen bij de Walburg Pers, waarin 100 bijzondere exemplaren worden behandeld.
De collectie bestaat in totaal uit 700 exemplaren. Hoogtepunten zijn onder andere de Almanach nova van Stoeffler (1521) en het Kalendarium Gregorianum perpetuum (1582).
In het rijk geïllustreerde boek worden alle almanakken paginagroot in kleur afgebeeld en van uitgebreide toelichtingen voorzien.

NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN BIBLIOFIELEN .

UITGELICHT

De rubriek UITGELICHT geeft ruimte aan leden van het genootschap om hun bijzondere verzameling of delen daaruit nader toe te lichten. Elk seizoen wisselt de inhoud van deze rubriek. De tweede presentatie in deze rubriek is van Frits Booy, verzamelaar en groot kenner van het kinderboek

Frits Booy – kinder en jeugdliteratuur
Uit Wikipedia: Frederik Jacobus (Frits) Booy (Alphen aan den Rijn, 17 december 1942) is een Nederlands schrijver, sinterklaaskenner[1][2] en publicist uit Baarn. Booy groeide op in Boskoop en volgde een mo-b-lerarenopleiding te Den Haag. Hij was 35 jaar leraar Nederlands, waarvan ruim dertig jaar (1970-2001) aan Het Baarnsch Lyceum in Baarn. Na zijn vervroegd pensioen bleef hij als archivaris aan het Lyceum verbonden. Van 2000 tot 2010 was Booy bestuursvoorzitter van de Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur. Hij is ook betrokken bij het Nederlands Genootschap van Bibliofielen. Booy publiceert artikelen over negentiende-eeuwse kinderboeken, waaronder Waardering en gebruik van negentiende-eeuwse kinderboeken (online op de DBNL), en er verschenen artikelen van zijn hand in de tijdschriften Boekenpost, SchoolAnno en de jaarboeken van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen. Hij geeft lezingen over de geschiedenis van de Nederlandse kinder- en jeugdliteratuur. Hij schrijft bij gelegenheid ook artikelen over de Nederlandse literatuur(o.a. Bredero, Wolff en Deken) en publiceert regelmatig in De Boekenwereld.

In 2010 kreeg Booy de Hieronymus van Alphen Prijs uit handen van Jant van der Weg. De prijs wordt toegekend aan personen die zich inzetten voor bevordering en verbreding van de kennis over kinder- en jeugdliteratuur.

De wereld in haar zondagspak (1834)

In mijn collectie kinderboeken bevindt zich een interessant boekje: De wereld in haar zondagspak (Amsterdam, H. Frijlink, 1834), dat de jeugd enige wereldoriëntatie biedt. De auteur is mr. Chr. P. E. Robidé van der Aa (1791-1851), jurist, schrijver (o.a. van kinderboeken) en dichter.
Het boekje bevat zestien ingekleurde gravures met berijmde onderschriften over ‘Bergschotten, Nederlandsche landlieden, Spanjaarden, Hongaren, Turken, Bengalezen, Perzianen, Japannezen, Donsche kozakken, Egyptenaren, Negers, Otaheiters [inwoners van Tahiti], Noord-Amerikaansche indianen, Zuid-Amerikaansche indianen, Esquimaux en Laplanders’.
Het boekje is een bewerking van de anonieme uitgave The costume, manners and peculiarities, of different inhabitants of the globe, calculated to instruct and amuse the little folks of all countries (London, John Harris, 1821). De Engelsen, Duitsers, Fransen en Italianen ontbreken erin. In het ‘Naschrift’ wordt uitgelegd, waarom de Fransen ontbreken:

Want zij [de Fransen] wisslen onophoudlijk, zoo van zeden als gewaad.
Had ik thans hen afgeteekend, ligtlijk zou, naar allen schijn,
Eer het prentje gegraveerd was, weêr de smaak veranderd zijn.

De beschrijvingen zijn stereotiep: de Schot draagt een rokje, de Spanjaard is een opschepper, de Japanners drinken thee, de Nederlanders zijn eenvoudige lieden enz.
Dat maakt ons nieuwsgierig naar de Engelse versie over de Nederlanders! Daar vinden we een afbeelding van een vrouw met een enorme hoed en een man die een pijpje rookt. De hoed wordt spottend vergeleken met een grote theetafel en de rokende man met een schoorsteen. De Nederlandse prent en tekst zijn dus aangepast.

Wat betreft de situatie van de negers is de auteur zeer kritisch:
Met wat de jagt hem schenkt en de aard hem geeft tevreden,
Leeft [sic] in der palmen schaâuw [schaduw] de Neger en zijn gâ;
Hij vreest de tijgers niet van ’t zandig Afrika,
Maar wel de Christnen, die hem ijzren kluisters smeden.
Wie weet, hoe ras die man, van vrouw en kind gescheurd,
In vreemde wereldstreek in slavenboeijen treurt!
De Engelse auteur heeft geen kritiek op de slavernij, die was in 1833 in Engeland afgeschaft.
De volkeren worden in hun beste kleding (zondagspak) afgebeeld. In de Nederlandse versie ontbreken bepaalde gegevens zoals de mededeling dat de Spanjaard geen humor heeft en de Pers zijn vrouw overheerst. In beide uitgaven is er kritiek op de gesluierde Turkse vrouw. En de Chinezen zijn in de Nederlandse versie Japanners geworden! Beide auteurs benadrukken het heil van het christelijke geloof en uiten zich soms nationalistisch.

Frits Booy

.

.

Frederik Schreuder-almanakken

De eerste presentatie in deze rubriek (april 2023) was van Frederik Schreuder. Hij was dertig jaar werkzaam als huisarts. Hij verzamelt en bestudeert sinds veertig jaar almanakken en kalenders uit de hele wereld met speciale aandacht voor tijdrekenkunde en de geschiedenis van de astronomie.

Ruim veertig jaar heb ik almanakken verzameld, niet alleen afkomstig uit Nederland, maar ook uit andere landen in Europa, Azië, Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Australië.
Mijn fascinatie om almanakken te verzamelen ontstond tijdens mijn studententijd in Amsterdam in de Oudemanhuispoort.
Hier kocht ik in 1974 mijn eerste almanak met de veelzeggende titel Vergeet mij niet: muzen-almanak voor 1857.
Ik betrad voor het eerst de wereld van het oude boek en raakte steeds meer geïnteresseerd in de geschiedenis van almanakken, tijdrekenkunde en astronomie.
Almanakken waren voor mij ideale hulpmiddelen om het verleden te bestuderen en beter te begrijpen.
Door het in handen houden van oude boeken maakte ik contact met het verleden.
In maart 2023 is mijn boek Een wereld vol almanakken verschenen bij de Walburg Pers, waarin 100 bijzondere exemplaren worden behandeld.
De collectie bestaat in totaal uit 700 exemplaren. Hoogtepunten zijn onder andere de Almanach nova van Stoeffler (1521) en het Kalendarium Gregorianum perpetuum (1582).
In het rijk geïllustreerde boek worden alle almanakken paginagroot in kleur afgebeeld en van uitgebreide toelichtingen voorzien.

>

.